Zwaarbeveiligd, diep in de bossen van Geel: VRT NWS op bezoek in 'geheime dronelab' van Europese Commissie
In dit artikel:
In de bossen bij Geel (provincie Antwerpen) werkt het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie aan geavanceerde anti-dronetechnologieën. Het zorgvuldig afgeschermde onderzoekscentrum huisvest zo’n 230–250 experts uit heel Europa en fungeert als één van de meest gesofisticeerde testlocaties voor detectie- en interceptiesystemen tegen ongewenste drones. VRT NWS kreeg een exclusief kijkje achter de schermen.
Tijdens een demonstratie triggerde een alarmscherm waarop onderzoekers, onder wie Paul Hansen — al sinds 1989 verbonden aan de Europese Commissie en genoemd als founding father van het Europese anti-droneproject — direct een drone en de bijbehorende piloot konden lokaliseren. Detectie blijkt de eerste, relatief eenvoudige stap; het uit de lucht halen van vijandige toestellen is veel moeilijker. In het lab liggen onder meer zogenaamde droneguns (radiostoorpistolen) waarmee de link tussen drone en bestuurder kan worden verbroken. België kocht recent voor 2,8 miljoen euro aan dergelijke systemen bij het Australische DroneShield, maar die wapens zijn duur (rond 100.000 euro per stuk) en niet overal inzetbaar omdat ze ook civiele communicatienetwerken en luchthavenverkeer kunnen verstoren.
Het JRC onderzoekt ook slimmere dreigingen: fiberdrones die via kilometers glasvezeldraad communiceren en dus geen radiogolven uitzenden, en drones zonder EID (elektronische identificatie) die niet geregistreerd zijn. Zulke toestellen zijn met conventionele detectors moeilijker te onderscheiden van vogels of kleine objecten op radar, en maken effectieve interceptie problematisch. De site ontwikkelt daarom nieuwe detectieprincipes en richtlijnen; ze publiceerde zelfs een handboek met praktische tips voor het beveiligen van kritieke infrastructuur zoals militaire bases en kerncentrales.
Sinds recente incidenten — luchtruimschendingen boven luchthavens en militaire sites — is de belangstelling voor Geel sterk toegenomen. Buitenlandse veiligheidsdiensten, politici en nationale instanties bezoeken het centrum regelmatig; onderzoekers werken nauw samen met de Belgische politie, maar mogen zelf geen drones neerhalen: dat is legaal voorbehouden aan opsporingsdiensten. De Europese Unie erkent de nood aan een breder wettelijk kader dat in de toekomst mogelijkerwijs intercepties toestaat.
Eurocommissaris Ekaterina Zaharieva, die het JRC op dezelfde dag bezocht, benadrukte dat technologische vooruitgang nodig blijft om het Europese luchtruim veilig en tegelijk open te houden, juist nu geopolitieke spanningen en dreigingen groeien. Het onderzoek in Geel speelt daarmee een centrale rol in de ontwikkeling van tactieken en middelen om kritieke locaties beter te beschermen, maar het illustreert ook de technische en juridische uitdagingen van moderne counterdrone-operaties.